dit kan ik het makkelijkste aantonen aan de hand van een samenvatting die ik heb gemaakt ter voorbereiding van de toets:
1e revolutie
rond 1770 de eerste industrieel ontwerpers
begint in GB
gietijzer,
stoommachine
overgang thuisarbeid --> fabrieksarbeid
arbeidsindeling --> ontstaan industrieel ontwerper
ambachtslieden hadden goede kennis van productietechnieken
de nieuwe ontwerper was meestal al beeldend kunstenaar
geschoold, maar had geen kennis van productietechnieken.
dit bleef zo tot de 20e eeuw.
rond 1850 Michael Thonet --> ontwierp meubels en
ontwikkelde een proces waarmee hout in grote series tot sierlijke maar toch
krachtige producten verwerkt kon worden
hij was de eerste ontwerper die vanuit het perspectief van
industriële productie in grote series ontwikkeld zijn.
producten waren voor professioneel gebruik bedoeld, hier
werd geen rekening gehouden met Esthetiek, gebruiksveiligheid en ergonomie.
deze factoren begonnen wel een rol te krijgen wanneer de
producten voor de consumentenmarkt gebruikt gingen worden.
de 2e revolutie
rond 1870
een reeks uitvindingen veranderen de samenleving
·
Staal [ <2% koolstof]
·
Elektriciteit [gloeilamp,
wisselstroomelectromotor]
·
Turbine [aandrijven electriciteitsgenerator]
·
Verbrandingsmotor [1859, Etienne Lenoir]
·
Aardolie [automotor, bakeliet]
de 3e revolutie
vanaf 1950
computer
communicatie
globalisatie bedrijven
tot 1900 veel stijlen door elkaar
Eclecticisme: in de 19e eeuw, copieren van stijlen uit het
verleden en met elkaar combineren
rond 1900 Art Nouveau/Jugendstil --> inspiratie: natuur,
Japanse kunst, beweging
zij brachten industriële productie naar de woonomgeving.
vanaf 1918: het Modernisme --> begint ruw na de 1e
wereldoorlog, strakke vormgeving--> versobering en efficiency. in NL-->
De Stijl in DU--> Bauhaus-> 1e ontwerpopleiding die technische maakbaarheid
van ontwerpen stelde.
international style--> na sluiting Bauhaus verspreiden de
ontwerpers zich over de wereld.
Scandinavisch Design
ontwerpen zijn ambachtelijk, veel hout ipv. staal.
in de VS --> streamlining --> elegante lijn van
oceaancruisers
na 1945: consumtiemaatscappij--> ontstaan grote
diversiteit aan producten voor de consument.
vanaf 1965--> verzet tegen saaie ontwerpen--> verzet
tegen modernisme dat er al zo'n 40 jaar is. veel jonge ontwerpers proberen nieuwe dingen.
veel uit Italië
vanaf 1975 milieuaspect wordt belangrijk.
rondt 1980 Memphis en Studio Alchimia--> emotie en het
vertalen ervan naar ontwerpen.
1985-1995 Metaforen en emoties--> emoties werden door commerciële
bedrijven ontdekt.--> producten met menselijke of dierlijke vormen--> rol
van huisdieren zouden moeten vervullen
vanaf 1985 --> spelen met materialen
dit geeft mijn competenties aan binnen TDI van Blok 1
Geen opmerkingen:
Een reactie posten